Een Indiaan zei ooit:
Je verbinden met iemand anders heeft niks te maken met wat je in het dagelijks leven doet, wat je gestudeerd hebt, waar je woont of hoeveel geld je verdient.
Inderdaad, lekker belangrijk Jutta.
Maar, waarom gebruiken we dan zoveel woorden om onszelf “zichtbaar” te maken? Is het makkelijker, doen we het omdat het zo hoort (dat zou ik persoonlijk een hele suffe reden vinden, maar dat terzijde), of is het gewoon te spannend om in stilte te zijn met andere mensen?
Ja, het is spannend!
Je niet verschuilen achter de buitenkant, niet meegaan in het “sociaal gewenste gedrag” (natuurlijk tussen aanhalingstekens, want is het echt sociaal gewenst?), maar je open stellen, kwetsbaar, zonder de garantie dat de ander dat ook zal doen. En kijken wat er dan gebeurt.
That’s freakin’ scary dude!
Tell me about it. Het feit dat ik hier over schrijf betekent niet dat ik zo’n held ben. Ik doe zelf regelmatig (zeg maar gerust elke dag) mee met het riedeltje als ik iemand ontmoet. Het gaat dan vaak zo: Hoi-ik-ben-sharon-ik-woon-in-wapserveen. Wapserveen? Ja haha grappig he, ja echt en dan ook nog op De Hobbitstee, haha ja haha. Wat ik heb gedaan? (op één of andere manier begrijp ik dan altijd dat het gaat over studie, best gek) CMV, ja dat is iets met sociaal werk. En wat ik nu doe? (hartkloppingen, hoe ga ik dat nou weer uitleggen) Ja, ik werk zeg maar vanuit huis, ik doe van alles, dingen met stilte enzo. Ja daar verdien ik geld mee.
Zo gaat dat dan. Kan ook best hoor. Is op zich niks mis mee.
Maar soms (vaak) vraag ik me dan na zo’n gesprek af:
Weet je nu wie ik ben? Echt?
Weet je dat ik de wereld soms angstaanjagend vind, dat ik me vaak veel zorgen maak, dat die zorgen als sneeuw voor de zon kunnen verdwijnen zodra ik een lekker liedje hoor op de radio en dat ik een enorm groot verlangen heb om me te verbinden met jou? (maar dat ook echt wel eng vind) (net als jij).
En dan nog dit.
Een hele lieve en bijzondere vrouw in mijn leven mailde mij afgelopen week het volgende:
Laatst liep ik in het bos en toen vroeg ik mij af wat ik nou eigenlijk echt zou willen zeggen tegen alle mensen (als ik me niet langer inhoud, me niet afstem op de zorgen en pijn van iedereen, me niet beleefd inleef, maar eerlijk ga zeggen wat ik eigenlijk wil zeggen).
En dat was eigenlijk: “Hou je mond. Hou op met kletsen. (Ik heb soms zo genoeg van het geleuter van mensen, vooral aan tafel, maar ook tijdens wandelingen).
Wees stil en LUISTER.”
I rest my case.